In de jaren zestig en zeventig is er door een Amerikaanse professor – Walter Mischel – onderzoek gedaan naar het gedrag van kinderen. Het meest beroemd is wel zijn ‘marshmallowtest’. Hierin kregen jonge kinderen van de onderzoeker een marshmallow. Ze mochten deze direct opeten maar als ze konden wachten zouden ze, bij de terugkeer van de onderzoeker (na zo’n 10 – 20 minuten), een extra marshmallow krijgen. Anders gezegd: of nu direct één marshmallow krijgen of straks twee.

Een aantal maalden niet om de tweede marshmallow en aten direct de gepresenteerde marshmallow op. Anderen waren echter wel in staat te wachten en kregen dus een extra marshmallow als beloning. ‘Nou, leuk’ zal je wellicht denken en wat heeft dit te maken met rijk worden?

Dan het tweede gedeelte van het onderzoek. De professor volgde de kinderen en onderzocht na een aantal jaar hoe het – in algemene zin – met de kinderen ging. Het bleek dat de kinderen die in staat waren geweest om hun eerste impuls (‘Hier met die ene marshmallow!’) te beheersen er in het leven in algemene zin beter voorstonden. Kortom, ze waren succesvoller.

Natuurlijk zijn er altijd tegenwerpingen te maken over onderzoeksopzet en interpretatie maar het kunnen beheersen van impulsen en emoties lijkt een van de pijlers van een succesvol leven te zijn.

Sparen of uitgeven?

Kunnen we bovenstaand voorbeeld gebruiken om de omgang met geld te verklaren? Dat zou betekenen dat er mensen zijn die direct hun geld consumeren (‘Hier met die ene marshmallow!’) en dat er mensen zijn die in staat zijn om het te sparen. En daarmee samenhangend: is de neiging (en capaciteit) tot sparen aangeboren of niet?

In een korte zoektocht kwam ik niet veel tegen. Wel een YouTube filmpje waarin onderzocht wordt of sparen aangeleerd of aangeboren is. Een grappig filmpje maar zeker nog geen wetenschappelijk verantwoord antwoord. Daarbij is de vraag op zichzelf al interessant en zelfs zonder deze wetenschappelijk te beantwoorden, kun je er al wat mee. Bijvoorbeeld de uitgangspunten formuleren die een ‘niet-spaarder’ zou kunnen gebruiken om wel te gaan sparen.

Hieronder een opsomming:

  • De ouders laten het goede voorbeeld zien en daarbij: “Jong geleerd is oud gedaan”
  • De ouders ondersteunen het sparen door hun kind te sponsoren via bijvoorbeeld zakgeld, spaargeld en/of klusjesgeld
  • Er wordt thuis over geld gepraat en de drie belangrijkste lessen over geld passeren de revue:
    • Je moet iets doen voor je geld
    • Je moet geldstromen plannen
    • Met geld maak je geld
  • Spaar automatisch; daarmee wordt het een ‘no-brainer’ waar verder niet over nagedacht wordt
  • Kies voor een realistisch bedrag dat ook gespaard kan worden als het financieel wat tegen
  • zit
  • Behandel het spaarpotje als ‘spaarpot voor later’ en niet als pot waar ook de exotische vakantie van betaald kan worden

Voor de van nature ‘niet spaarder’ zijn de laatste twee de belangrijkste. Maak het een automatisme met beperkte impact op het dagelijks leven. Het spaarpotje zal dan automatisch groeien.

Sparen

Een helder voorbeeld

Laten we als voorbeeld een spaarder versus een spender (iemand die het geld meteen uitgeeft) nemen. De spaarder spaart gemiddeld € 10 per week vanaf zijn geboorte en de spender geeft dit tientje uit. De spaarrentevergoeding bedraagt in dit voorbeeld gedurende de gehele 18 jaar 1,5%. Op hun 18e verjaardag heeft de spender € 0 op zijn spaarrekening staan en de spaarder heeft ruim € 10.500 op zijn rekening staan. Oftewel, sparen loont! Maar kan het beter?

Sparen of beleggen?

Maar kan de spaarder nog ook nog efficiënter met zijn geld omgaan? Want een van de lessen die de jeugd idealiter meekrijgt is: met geld maak je geld. De spaarder is in ieder geval in staat om geld te verzamelen. Dat is natuurlijk een eerste vereiste. Maar past hij de wijsheid ‘met geld maak je geld’ voldoende toe? Zijn er geen andere mogelijkheden om geld voor je te laten werken dan door te sparen?

Ja, die zijn er. Maar dat betekent wel dat de spaarder uit zijn comfortzone dient te komen. Want een van de meest aantrekkelijke zaken van sparen is de wetenschap ‘dat het geld er is’. Het rendement op het spaargeld is momenteel weliswaar laag, maar het geld is er. Nu, morgen en volgende maand. Deze zekerheid biedt comfort op de korte termijn maar is vanuit een rendementsperspectief niet het meest optimale. Want lange termijn investeringen leveren doorgaans meer op dan de korte termijn spaarvergoedingen. Denk hierbij aan het kopen van bijvoorbeeld een huis of aan beleggen op de beurs. Je kunt bijvoorbeeld gaan beleggen bij Binck.

Spaarder wordt belegger

De slimme spaarder zal zich in ieder geval verdiepen in de historische rendementen van beleggen op de beurs. Daarmee is het zeker nog geen verplichting geworden om het te gaan doen, maar de spaarder kan dan wel een betere, rationele, op feiten gebaseerde afweging maken. Want de uiteindelijke afweging is een heel persoonlijke. Beleggen brengt namelijk meer risico met zich mee dan sparen en er zijn nu eenmaal mensen die niet bereid zijn tot het nemen van enig risico, wat prima is. Deze groep zal blijven sparen en de beperkte vergoeding hierop nemen ze voor lief. Maar tegelijkertijd doen ze ook wel een beetje aan, naar mijn mening, struisvogelpolitiek. Want ook spaarders hebben te maken met inflatie en – als het vermogen groter wordt – vermogensrendementsheffing. Het is dan geen eenvoudige opgave om een positief rendement te behalen met sparen.

Maar wat voor rendement mag je dan verwachten met beleggen? Tja, dat is een lastige vraag. Dat verschilt aan wie je het vraagt en hoe lang de periode is. Een wereldwijd mandje aandelen (de MSCI World Index bijvoorbeeld) heeft vanaf december 1987 tot eind 2018 gemiddeld 7,48% per jaar opgeleverd. En daar waren goede en uiteraard minder goede jaren bij. Maar als je gelooft dat beleggen (op de lange termijn!) een hoger rendement geeft dan sparen, dan wordt het toch wel interessant om het spreadsheetprogramma Excel (of www.berekenhet.nl) op te starten. Want als je er bijvoorbeeld van uit zou gaan dat beleggen op de lange termijn gemiddeld 3% meer oplevert dan sparen, dan heb je al de basis voor een relevante rekensom.

Bijvoorbeeld die ‘baby-spaarder’ die een tientje per week spaarde, wat zou hij gehad hebben als hij geen 1,5% rente had gehad maar een rendement van 4,5% met beleggen had behaald? Het bedrag na 18 jaar beleggen tegen het fictieve rendement van 4,5% leverde een eindresultaat van ruim € 14.500 op. En als we zouden rekenen met het rendement van een wereldwijd gespreid aandelenmandje (7,48%) dan gaat het opeens nog heel veel harder. De uitkomst is dan na 18 jaar ruim € 19.000.

De waarde van je belegging kan fluctueren. In het verleden behaalde resultaten bieden geen garantie voor de toekomst.

De vragen om te beantwoorden zijn dus veel eerder: geloof je dat zelf beleggen bij bijvoorbeeld BinckBank op langere termijn – en hoe langer, hoe beter – meer oplevert dan sparen? En de tweede vraag is: kun jij je voor echt lange tijd committeren aan het niet eten van marshmallows? Natuurlijk moet je ook bereid zijn om de risico’s die bij beleggen horen te accepteren.

Want hoe word je rijk?

Hoe word je rijk

Vooral jong beginnen met het geld voor je laten werken. Want volgens Einstein was samengestelde interest (het rente-op-rente effect) het 8e wereldwonder dat vooral op de lange termijn zijn kracht bewijst. Een voorbeeld van een belegger die over langere periode een gemiddeld rendement weet te behalen van 5% of 7%.

Heb je nu echter niet meer de luxe dat je jong bent dan is het evengoed beter om vandaag te beginnen dan morgen. Want zoals een welbekend Chinees spreekwoord luidt: “The best time to plant a tree was 20 years ago. The second-best time is now.”

Het rendement is dus belangrijk, maar de tijd ook. Want als de 50-jarige nog 10 jaar doorgaat met beleggen is de € 500.000 verdubbeld naar meer dan € 1.000.000. Zelf narekenen? Dat kan via de tool van berekenhet.nl. Vul bij de inleg 100 euro per maand in, bij de looptijd 60 jaar en het eindkapitaal €1.000.000. Dan zie je dat met een verwacht rendement van ongeveer 7 procent het bedrag in 10 jaar kan verdubbelen.

Dus hoe word je rijk? Geboren worden met het spaarders-gen, marshmallows niet lekker vinden en daarbij vanaf zo jong mogelijke leeftijd gaan beleggen. En dat een leven lang.

Beleggen brengt risico’s met zich mee. Je inleg kan minder waard worden.